terug Flair, 4 april 2006
De Ram is fanatiek, steeds op zoek naar iets nieuws, ongeduldig,
eerlijk, recht doorzee, trouw, vrijgevig, kinderlijk spontaan en vergevingsgezind.
De Ram wil actie en heeft erg veel behoefte aan vrijheid.
Najib en Isabelle zijn allebei Ram en allebei jarig op 4 april. Najib
wordt 35 en Isabelle 34. Om dit heugelijke feit te vieren, nodigt Flair
ze uit voor een heus pakjesfestijn. Elke cadeautje symboliseert een karaktereigenschap
van de Ram. Maar of ze dat ook meteen inzien…? Gezellig is het in
ieder geval wel!
Hoe gaan jullie je verjaardag vieren dit jaar?
Najib: “Ik vier mijn verjaardag meestal niet,
maar ga ik wel even naar mijn moeder. Die bakt dan een slagroomtaart, een appeltaart
en een monchoutaart en nodigt dan toch de familie uit. Standaard. Elk jaar.
Dit jaar ben ik vrij op mijn verjaardag en wil ik een zaal huren, om het een
keer echt groots te vieren.”
Isabelle: ”Als er een aanleiding is voor
een feestje moet je die met beide handen aangrijpen. Ik ben dus echt een ‘birthday
girl’. Altijd geweest ook. Maar dit jaar geef ik geen groot feest, ik
vind 34 zo’n net niet leeftijd. Volgend jaar ga ik wel weer knallen!”
Wie wil er beginnen?
Najib: “Vrouwen gaan voor.”
Isabelle: “Nee, de oudste!”
Uit de pakjesmand steekt een groot cadeau, de andere liggen daaronder
verstopt.
Isabelle: “Ik pak nooit meteen de grootste. Dat zal wel bescheidenheid
zijn.”
Najib: “Dat heb ik ook, hoor. Zoiets doe je niet.”
Najib pakt het kleinste cadeautje dat er tussen zit: het is een
spelletje dat het ‘oog van de waarheid’ heet. Zeggen jullie
altijd wat jullie denken?
Isabelle: “Dat doe ik altijd. Ik ben zelfs af en toe te eerlijk,
te recht door zee. Mijn ouders leerden mij: eerlijk duurt het langst en
zeg het zo rechtstreeks mogelijk, want anders krijg je er alleen maar
gezeik mee. Ik reageer met mijn lijf, met wat ik voel. Je kunt ook altijd
aan mijn gezicht zien wat ik denk. Wees in godsnaam eerlijk en zeg wat
je denkt.”
Najib: “Ik vind het belangrijker dat de mensen om me heen eerlijk
tegen mij zijn. Daar heb ik veel meer aan. Zelf ben ik altijd bang om
mensen te kwetsen. Als ik iets echt niet wil, zeg ik het ook. Maar als
ik bijvoorbeeld iets krijg van iemand, dan zeg ik niet: nou ik vind het
eigenlijk niet zo leuk. “
Isabelle: “Het moet wel ergens aan bij dragen inderdaad. Ik wil
niet express kwetsen. Maar als je om mijn mening vraagt, krijg je ‘m.”
Najib: “Daar ben ik iets voorzichtiger in. Ik had een keer van iemand
van die gympen gekregen met zo’n enorme veer in je hiel. Ik vind
ze dus echt niet mooi. Mijn oom trok ze aan en vroeg: hoe staan ze? Het
zag er niet uit, maar ik zei: ze staan je geweldig. Hij was er zo blij
mee! Dan kan ik niet zeggen: je staat voor lul, man.”
Isabelle: “Ik heb ook wel eens het idee dat mensen bang zijn voor
het antwoord. Ik vraag mensen ook: wil je het echt weten of wil je dat
ik je zelfvertrouwen opkrik?”
Najib: “Dat doe ik bij mijn vriendin wel als ze vraagt of iets haar
leuk staat. Wil je een eerlijk antwoord, vraag ik dan? Dan kan ik ook
echt eerlijk zijn.”
Isabelle: “Sowieso is het heel belangrijk, in alle relaties. Het
is niet altijd prettig en soms zelfs hard, maar met eerlijkheid kún
je wat!”
Najib: “Als er andere cabaretiers mijn shows komen kijken, hebben
ze er vaak wel wat op aan te merken. Dan ga ik daar over nadenken. Ik
leer elke keer weer iets nieuws, probeer steeds iets anders. Het raakt
me wel, hoor.”
Isabelle: “Zolang ze het maar genuanceerd brengen. Ik probeer er
zelf ook rekening mee te houden dat kritiek niet te hart overkomt en kies
ik iets secuurder mijn woorden.”
Isabelle pakt het Sudoku-boekje uit. Hebben jullie ‘t geduld
om zo’n puzzel op te lossen?
Isabelle:
“Cijfers zijn dus totaal niet aan mij besteed. Je hebt zoiets als leesblindheid,
maar ik ben er heilig van overtuigd dat ik cijferblindheid heb. Dit cadeautje
zou ik weer inpakken en doorgeven.”
Najib: “Ik heb er ook helemaal niets mee. “
Isabelle: “Ik ben er ook veel te ongeduldig voor. Zo loop ik altijd
heel snel, bijvoorbeeld. Ik heb altijd haast. Ik kan niet rustig ergens
zitten, of niet bezig zijn. Lezen is een van de weinige dingen die ik
wel kan, zittend.”
Najib: “Thuis lees ik heel weinig, alleen op vakantie. Thuis staat
meestal én de computer aan én ben ik muziek aan het branden
én speel ik op mijn drumstel én staat de televisie aan.
Ik denk wel eens: waar ben ik in godsnaam allemaal mee bezig?”
Isabelle: “Mensen zeggen wel eens tegen me: doe nou toch eens rustig.
Maar van mezelf vind ik helemaal niet dat onrustig ben. Vrienden vinden
mij ook wel eens een doordrammer. Ik zie mezelf meer als een aanpakker:
waarom doen we het morgen als het ook nu kan?”
Najib: “Ik ben juist heel geduldig. Het gaat me ook niet irriteren
als iemand zegt: kan het ook morgen? Morgen vind ik prima, áls
het maar gebeurt! Mijn moeder is meer iemand van: ik wil dat je het nu
doet. Dat relaxte heb ik het meer van mijn vader. Die zei altijd: doe
maar rustig aan.”
Najib pakt het volgende cadeautje uit de mand.
Najib (voordat-ie het uitgepakt heeft): “Ah, een boek! Dat had ik
vroeger ook al altijd. Dan wist ik al wat het was voordat ik het uitgepakt
had. Ah, sokken, dat had je niet hoeven doen, mam!”
Isabelle: “Wat ik ook altijd zo lastig vind, is hoe je moet kijken
als je een cadeautje openmaakt. Of hoe je moet reageren!”
Najib: “Hé, dank je wel. Dat had je niet hoeven doen! Zoiets…”
Isabelle: “Dat vind ik zo fijn van bijvoorbeeld de Marokkaanse cultuur.
Daar neem je het cadeautje in ontvangst en pak je het later uit als de
visite naar huis is. En dan ben je gewoon blij met je cadeaus en hoef
je verder niet aan etiquette te voldoen.”
Najib: “En niets met bonnetjes en ruilen en zo. Een cadeau ruil
je niet, vind ik.”
Hebben jullie iets met dit boek?
Najib: “Als kind was ik al een dromer. Als ik een vlieg ik de klas
zag, volgde ik die. Mijn moeder vertelde mij vroeger altijd Berberse sprookjes.
Die zijn heel eng, dat kinderen werden opgegeten en iedereen doodgaat,
haha, slaap lekker, haha. Ik sliep daarna altijd heerlijk, hoor, waarschijnlijk
omdat mijn moeder ze vertelde. Ik was een kind dat heel lang door speelde,
tikkertje en combowtje.. ja, tot mijn achtiende, haha. Lekker fantaseren.
Wasknijpers en potloden waren poppetjes enzo.”
Isabelle: “Ik wou dat ik dat wat meer kon. Naar het kind in mij
ben ik al een tijdje hard op zoek. Als ik foto’s van mezelf zie
van toen ik acht was, zie ik er echt oud uit. Mijn vader zei altijd: je
bent geboren als een oud wijf. Naarmate ik ouder word, lijk ik ook meer
kind te worden. Ik wilde alles altijd heel serieus doen. Het kinderlijke
zit er wel, maar goed verstopt. Totdat mijn ouders gingen scheiden was
ik een heel fantasierijk kind. Maar door wat ik meemaakte werd ik minder
vrolijk en serieuzer. En daarbij heb ik ook nog op een nonneninternaat
gezeten en dat killing voor je kind zijn. Ik heb lang opgesloten gezeten.”
Najib: “Met dingen spelen, doe ik nog steeds. Onderzoeken, dingen
uit elkaar halen. Laatst had ik van die heel kleine cameraatjes gekocht
in Singapore. Die stop ik dan in een pakje sigaretten of in een afstandbestuurbaarautootje
en dan sluit ik dat aan op de televisie. Dat vind ik heerlijk om te doen!
Maar ik merk wel dat ik serieuzer aan het worden ben. Ik wil nog wel spelen,
maar ik denk ook wel eens: doe ’s even normaal, man! Vrienden om
me heen krijgen allemaal kinderen, maar daar ben ik nog helemaal niet
aan toe. Als iemand zegt: kom we gaan naar Australië, wil ik dat
gewoon nog kunnen doen!”
Isabelle pakt nieuwsgierig het pakketje met het hoedenplank-hondje
uit.
Isabelle: “Ik vind het best moeilijk om van mezelf goede eigenschappen
te noemen, maar dit is er zeker een: trouw!”
Najib: “Ik denk meer aan loyaal. Soms ben ik iets te loyaal. Zo
ben ik vijf jaar bij een manager gebleven terwijl ik na twee jaar al merkte
dat het niet werkte tussen ons. Ik vond het moeilijk om onze afspraak
niet na te komen, dus we probeerden het steeds weer opnieuw samen. Totdat
de maat voor mij echt vol was. Ik denk te veel aan anderen, in plaats
van aan mezelf.”
Isabelle: “Dat herken ik heel erg! Jezelf uitschakelen voor het
welzijn van een ander.”
Najib: “Ja.”
Isabelle: “Ik heb wel gemerkt dat je daar ook meer brokken mee maakt.”
Najib: “Mijn vriendin zegt ook wel eens: kom eens een keer voor
jezelf op.”
Isabelle: “De laatste drie, vier jaar ben ik er ook achter gekomen
dat ik beter voor mezelf moet zorgen. Dat ik meer voor mezelf moet opkomen.”
Najib: “Ja. Ik weet heel goed wat ik wil, maar ik ben erg beïnvloedbaar.
Dan laat ik wel eens over me heen lopen.”
Isabelle: “Mijn moeder was vorige week bij mij en die zei: zullen
we dit jaar met je verjaardag een paar dagen naar Barcelona gaan. Maar
eigenlijk had ik net het plan gemaakt om met een vriendinnetje naar Praag
te gaan. Moet ik nou loyaal aan mijn moeder zijn of zeg ik wat ik écht
wil? Moet ik met haar meegaan omdat ik haar geen pijn wil doen? Ik heb
even ademgehaald en gezegd: sorry mam, ik ga met een vriendinnetje weg.”
Najib: “Het lijkt wel hoe ouder je wordt hoe meer je dat beseft.
Vroeger als ik bij de bakker stond en iemand ging voor zijn beurt, hield
ik mijn mond. Nu zeg ik daar echt wat van!”
Eindelijk pakt Najib de grote doos. Kunnen jullie ’n beetje
tegen je verlies?
Najib:
“Oh, ja, ik kan ook heel goed tegen mijn verlies! Als ik al die sippe
mensen zie na een voetbalwedstrijd, denk ik echt: kom op, het is een spelletje
hoor. Ik vind het leuk om te winnen…maar het moet niet. Tuurlijk speel
ik wel eens vals, maar meer om te kijken of het lukt! Het allerleukste is om
vals te spelen tegen die mensen die dus niet tegen hun verlies kunnen!”
Isabelle: “Ik ben heel fanatiek met spelletjes, maar blijkbaar niet
genoeg, want ik win nóóit. Ik win altijd nét niet.
Ik haal wel altijd de eerste hele hoge score bijvoorbeeld, maar dan presteer
ik het om toch net tweede te worden. Het is ‘the story of my life’.
Ik wil er heel erg mijn best voor doen en ik ga er ook echt voor, maar
ik ga nooit tot het uiterste. Vals spelen om te winnen doe ik niet.”
Najib: “Maar sommige mensen die zich zo laten kennen, die met dingen
gaan gooien, my god, die vragen erom! Dan ga ik sarren en een beetje opfucken.
Fantastisch.”
Isabelle: “Ik zal nooit met een bord gaan gooien als ik merk dat
ik niet aan het winnen ben. Want dan verlies je pas echt!”
Isabelle heeft de dvd van Die Hard te pakken...
Isabelle: “Ik zeg explosief! Ik ben een controlefreak, maar op de
momenten dat ik niet alles in de hand heb, kan ik héél boos
worden. Dan word ik echt eng!“
Najib: “Ik ben ook nooit boos, maar als ik boos wordt dan ben ik
ook echt explosief. Dan zeg ik ook: je moet nu weg, want ik sla je helemaal
in elkaar! Ik heb het nog nooit gedaan, maar ik voel wel de neiging. Als
ik oneerlijk behandeld wordt, kan ik echt blind worden van woede. Laatst
was mijn broer er bij, hij had me nog nooit zo gezien.”
Najib grabbelt verder… Hoe belangrijk is vrijheid voor
jullie?
Najib (weer voordat-ie het papiertje eraf heeft): “Ik zeg handboeien!”
Isabelle: ”Handboeien zijn niet aan mij besteed. Ik krijg het helemaal
benauwd als eraan denk, aan de grotere betekenis van het woord dan. Als
ik ergens echt heel erg zeker van ben in het leven, dan is het wel dat
ik mijn eigen beslissingen wil nemen. Te allen tijde! Daar heb ik mijn
hele leven op ingesteld.”
Najib: “Vroeger bond ik mijn drie broertjes altijd vast. En dan
moesten ze zelf los zien te komen en als dat niet lukte, liet ik ze lekker
zitten. Leuk was dat! Met handboeien heb ik echt wat! Door deze dingen
ben ik een keer van school gestuurd. Iemand had me verlinkt dat ik een
keer een luchtdrukpistool bij me had. Ik moest bij de directeur komen
en mijn tas legen. Wat van plan, brieste hij! Leg dat dan maar ‘ns
uit! En vroeger wilde ik ook graag politieagent worden, dus die handboeien
passen echt bij me.”
Isabelle: “Ik kan heel slecht voor een baas werken, in een stramien
vast zitten wil ik niet. Toen ik op het internaat zat, voelde ik me zo
ontnomen van alle vrijheid dat ik mezelf beloofd heb: dit nooit weer!”
Najib: “Ik vind het wel belangrijk dat ik kan doen en laten wat
ik wil. Ook in een relatie.”
Najib speelt tot half april met Theatergroep De Ploeg in het toneelstuk
‘Vendette’. Isabelle doet tegenwoordig aan ‘voice-acting’
en hoopt haar presentatie-carrière op de radio weer op te kunnen pakken.
|